Schermafbeelding 2021-10-13 om 10.15.33

KLANT IN BEELD: Jeugdautoriteit

Op onze website, via social media en de nieuwsbrief vertellen we regelmatig over ons werk. Maar hoe is het eigenlijk voor onze klanten om met Kern Konsult samen te werken? We vroegen het aan Karel Schuurman, directeur van de Jeugdautoriteit. “Wat ik het prettige vind aan Rob Coppenhagen is dat hij de pragmatiek niet uit het oog verliest.”

Tweeënhalf jaar geleden is de Jeugdautoriteit in het leven geroepen, met Karel Schuurman als directeur. “Om in te spelen op de belangrijkste uitdaging, namelijk het borgen van continuïteit van cruciale jeugdzorg, was het om te beginnen van belang de organisatie zo vorm te geven dat we de meeste impact konden hebben binnen het stelsel van de jeugdzorg. Mijn uitgangspunt was om als Jeugdautoriteit geen klassieke toezichthouder en regulator te zijn, maar om écht het verschil te maken in de sector. Dan moet je goed nadenken over het inrichten van de organisatie, het meenemen van de mensen die er werken en het identificeren van punten waarop moet worden ingegrepen. Hiervoor hebben we de hulp van Rob ingeschakeld.”

Sinds 1 januari 2019 kent Nederland een Jeugdautoriteit om het jeugdzorgstelsel goed te laten verlopen. De Jeugdautoriteit is onderdeel van het ministerie van VWS en is in de plaats gekomen van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ). Het doel is om de continuïteit van cruciale jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering te borgen.

 

Zo’n anderhalf jaar lang, deels tijdens de coronaperiode, heeft Rob de Jeugdautoriteit geholpen bij het zetten van verschillende stappen: op het gebied van inhoud, organisatieontwikkeling en de samenstelling van het managementteam. “Via zijn befaamde Pentacirkels hebben we om te beginnen gekeken waar het wat ons betreft niet goed gaat en waar voor de Jeugdautoriteit aangrijpingspunten zitten in de jeugdzorg. Vervolgens hebben we die aangrijpingspunten vertaald naar leidende thema’s binnen onze werkzaamheden. Het eerste thema betreft het opbouwen van onafhankelijk feitenmateriaal rondom jeugdhulp. Binnen de hele keten blijkt cijfermateriaal te ontbreken. Niemand houdt, bijvoorbeeld, bij hoeveel kinderen in de wachtrij staan voordat ze kunnen worden geholpen. Dat maakt het heel lastig sturen door gemeenten en aanbieders. En door ook op metaniveau naar cijfers te kijken, kun je het proces van verwijzen en hulp daarop aan laten sluiten.”

De tweede rode lijn is het samenspel tussen actoren. “Mensen zijn in deze sectoren heel vriendelijk voor elkaar, maar dat wil nog wel eens veranderen als het op contractmanagement aankomt. Als Jeugdautoriteit willen we kijken hoe we met elkaar mechanismen kunnen ontwikkelen die wat zakelijker zijn en niet direct de emotionele snaar raken. Het derde hoofdthema is de interne academiegedachte: hoe kunnen we van het stelsel een zelflerend stelsel maken? We willen stimuleren dat partijen binnen het stelsel van elkaar gaan leren en niet te veel in de afwachtende stand gaan zitten. We proberen een coalitie samen te stellen van politici en bestuurders die samen met ons preventieve acties willen ontplooien. Want er is al heel veel gebeurd en veel gesproken, maar het leidt bijna nooit tot een succesvol geïmplementeerd verbetertraject. Daar wil de Jeugdautoriteit doorheen breken, met name door de veldpartijen meer eigenaarschap te geven. De totstandkoming van het ‘Convenant continuïteit van cruciale jeugdzorg’ is daar een mooi voorbeeld van. Het is enorme winst wanneer partijen niet wachten totdat het departement een wet maakt, een gemeente het mes op de keel zet of een aanbieder omvalt, maar aan de voorkant met elkaar in gesprek gaan over hoe het beter kan. Luister vooral onze podcast als je hier meer over wilt weten.”

Qua organisatie is samen met Rob goed nagedacht over het verhaal van de Jeugdautoriteit. “Zodat iedereen dat altijd scherp heeft en kan vertalen naar de eigen portefeuilles”, vertelt Karel. “Wat het management betreft hebben we goed gekeken naar de samenstelling en naar de hobbels die we daarbinnen tegenkwamen, zowel op persoonlijk als op organisatorisch vlak. Die hobbels hebben we minder hoog gemaakt, onder andere tijdens fysieke heidagen, door visiestukken op te stellen en via schermen met elkaar te praten. Ik ben enorm trots op mijn mensen. Ze zijn voor een groot deel tijdens de coronatijd ingestroomd en hebben behoorlijk zelfstandig moeten werken binnen een zich ontwikkelende organisatie.”

Terugkijkend op de samenwerking is Karel vol lof. “Natuurlijk heeft Rob een conceptueel model in zijn hoofd, maar hij weet dat op een prettige, pragmatische manier binnen de organisatie te laten landen. Waar nodig verwerkt hij bovendien de feedback vanuit de organisatie om zijn theoretische kaders bij te stellen. Hij schuwt de scherpte niet en geeft ook in heldere taal inzichten om ons als organisatie aan het denken te zetten en dingen aan te passen. In dit specifieke geval meende ik ook een persoonlijke betrokkenheid te zien. Zijn vrouw werkt met kinderen en zijn dochter werkt ook in de jeugdhulp. Dat maakte de samenwerking bij deze opdracht wat mij betreft extra bijzonder.”